1

De oudste foto’s van de Buiksloterham

Tussen 1861 en 1868 (honderdvijftig jaar geleden) fotografeerde Pieter Oosterhuis de werkzaamheden bij de bouw van de Willem III sluis en het herstel van de Willem I sluis. Op de foto’s die hij in noordelijke richting maakte, is de vroege bebouwing van de Buiksloterham te zien. De witte huisjes zijn de arbeidershuizen die de drooglegger en eerste eigenaar van de polder – F.W.J. Beukman (1783-1867) – liet bouwen. Die huizen lagen naast de toenmalige Laanweg. In de verte is herenboerderij Huis den Ham te zien

Huis den Ham stond ongeveer waar nu de voormalige Sint Ritakerk op het Hage-doornplein staat.
Beukman legde de polder in 1851 droog en verkocht de westelijke helft ervan in de texelaars Simon en Cornelis Keijser en hun twee compagnons. Toen Beukman in 1867 overleed werd zijn oostelijke deel onder zijn acht kinderen (en hun erfgenamen) verdeeld.

In deel 2 van de Geschiedenis van de Buiksloterham beschrijft Margreet Visser uitgebreid de drooglegging en de bewoning van de Buiksloterham en de akkerbouw door de pioniers uit De Streek en Texel die daar kwamen werken.  




Tekening van Buiksloot krijgt betere beschrijving

De beeldbank van het Noord-Hollands archief bewaart een tekening van Gerrit Lamberts met de beschrijving: ‘Gezicht op een overstroomd polderlandschap’, locatie Buiksloot, geen datering. Daar valt meer over te zeggen. Margreet Visser herkende de trekschuit van het binnenveer (naar de steden in Waterland) en veronderstelde dat die aan de steiger in de ringvaart van de Buikslotermeer lag, aan de landzijde van Buiksloot dat toen nog aan het open zeewater van het IJ lag. Hoe wist ze dat? Door al jaren foto’s, kaarten en archiefstukken te bestuderen wist ze wat ze zag.
In 1790 tekende Jan Bulthuis die situatie. Daarop is dezelfde steiger te zien met het hek en de lantaarn-paal. Die steiger behoorde toe aan het ‘binnenveer’ dat het vervoer tussen Buiksloot en de Waterlandse steden (zoals Purmerend, Monnickendam en Edam) verzorgde.

Er was nog een tweede punt van herkenning. Op de tekening van Lamberts is ondergelopen land te zien en in zijn tijd moest dat te maken hebben met de Watersnood van 1825. Bij een andere tekening van Lamberts die in het Rijksmuseum wordt bewaard, vond Margreet eerder een doorlaatpasje op zijn naam dat hem in 1825 door Buiksloot was verstrekt. Hij mocht het ondergelopen land in om de gevolgen van de Watersnood te tekenen en dat is op de tekening van het NH archief te zien: de datering is dus zo goed als zeker 1825. In de verte is Krijtmolen d’Admiraal te zien die uit 1792 stamt. En het deel van een huis dat op Lamberts tekening staat, zou herberg Het Land van Belofte kunnen zijn die op de Buikslotermeerdijk dicht bij de steiger stond.
De situatie was vanuit de lucht gezien zo: de veerschuiten uit Amsterdam (het buitenveer) meerden – na vaak gejaagd te zijn door de Buikslotertrekvaart – af voor  de herbergen De vergulde Wagen en Het Rode Hart. De reizigers moesten dan over de Waterlandse Zeedijk naar de trekschuit aan de steiger van het binnenveer lopen om verder naar de Waterlandse steden te reizen. Die steiger lag ongeveer tegenover herberg Het Land van Belofte op de ringdijk van de Buikslotermeer. Dat geeft een inkijkje in de manier hoe Margreet Visser werkte:
Weten of ontdekken wat je ziet en onderzoeken wat je niet weet
en daarna vertellen wat jij NOG weet, zodat het niet in vergetelheid raakt.  

Dat vormde de basis van haar Geschiedenis van de Buiksloterham, waarin ook veel verteld wordt over de rol van Buiksloot in de 18e en 19e eeuw.