1

Ansichtkaarten van J.M. Schalekamp, Buiksloot

J.M. Schalekamp (1844-1912) was rond 1900 een van de grootste uitgevers van ansichtkaarten van steden en dorpen, misschien zelfs de eerste. Er zijn zoveel kaarten van Buiksloot gemaakt doordat Schalekamp daar vanaf 1893 een fotografisch atelier met licht-, steen-, en boekdrukkerij had. Hij drukte niet alleen zijn eigen prentbriefkaarten en boeken, maar ook die van andere uitgevers.
De drukkerij was gevestigd ineen statig herenhuis op Buiksloterdijk 130 (in het stuk dat  voor het tracé van de IJ-tunnel in de jaren zestig werd afgebroken). Daar tegenover was de tramhalte van de Noord-Hollandse Tramweg Maatschappij. Op de kaart links is de dienstregeling afgedrukt. Op de kaart rechts staat mevrouw Schalekamp voor haar huis, iets verder staat mevrouw Schalk-Paris. De twee huizen in de verte zijn Buiksloterdijk 138 en 136 (dat is nu het laatste huis van de dijk).

Over Schalekamp’s prentbriefkaarten is veel bekend. Tot omstreeks 1905 maakte hij van Amsterdam 190 kaarten, van Buiksloot 54, van Broek in Waterland 24, van Durgerdam 9 en van Zunderdorp 7. De prijzen waren zeer laag, namelijk f 7,50 voor 1000 lichtdrukkaarten, dus nog geen cent per stuk.

Op veel prentbriefkaarten van voor 1905 schreven de mensen om de foto heen hun berichtjes en groeten. Waarom? Briefkaarten bestonden toen al langer, maar in 1892 regelde de nieuwe Postwet dat niet alleen de posterijen, maar ook particuliere bedrijven kaarten mochten uitgeven, als ze zich aan regels van formaat e.d. hielden. De adreszijde was alleenvoor adreszijde en postzegel. Vandaar dat men toen vaak aan de beeldzijde om de afbeelding heen ging schrijven. In 1905 werd de adreszijde door een verticale streep in tweeën verdeeld, zodat adres en bericht gescheiden werden. Inmiddels is het versturen van ansichtkaarten al bijna uit de tijd doordat je met je mobieltje veel sneller groeten en felicitaties stuurt.

Op de kaart rechts is te zien dat waar alleen bomen staan een ruimte is uitgespaard voor een bericht, beginnend met ‘Buiksloot,’.

In 1904 beklaagde Schalekamp zich erover dat zijn originele fotowerk al 35 jaar wederrechtelijk werd nagedrukt. ‘Vooral de Duitsers, die zo hard schreeuwen over de roofstaat Nederland, mogen wel eens bedenken, dat zij geen haar beter zijn dan de plagiaat-plegers in ons land.’  Schalekamp gaf overigens toe zelf ook wel eens wat illegaal te kopiëren.

In 1907 liep de hele Buiksloterdijk te hoop toen de politie een grote huiszoeking bij Schalekamp deed die bijna de hele dag duurde. Hij werd, zoals later bleek onterecht, verdacht van het drukken van valse bankbiljetten van f 40,-. Hij raakte daarvan erg overstuur en overwoog zelfs weg te gaan uit Buiksloot, waar men hem op straat nariep met ‘valsemunter’. Toen hij in 1912 overleed, zette zijn zoon de zaak onder dezelfde naam in Buiksloot voort. In 1926 vertrok hij naar Amsterdam.

 




Foute onderschriften Watersnood Buiksloot 1916

In tijdschrift Het Leven werden in 1916 twee foto’s getoond die tijdens de Watersnood in Buiksloot zouden zijn gemaakt. Het Geheugen van Nederland nam de onderschriften over: ‘Overstroming, Watersnood. Dakloos geworden Buiksloters vinden onderdak in de kerk en hebben zich geïnstalleerd met de weinige huisraad die ze hebben kunnen redden.  Nederland, Buiksloot, 1916.’ En bij een andere foto: ‘Dijkdoorbraak, watersnood, overstromingsramp 1916 te Buiksloot. Lopend over houten vlonders brengen de mensen nog wat geredde spullen naar de kerk, waar hen tijdelijk onderdak is verleend. Nederland, Buiksloot, 1916.’ 

Wie goed kijkt en de situatie in Buiksloot kent, ziet dat het afgebeelde kerkinterieur niet klopt.  De Buiksloterkerk is minder breed, de kroonluchters waren destijds anders, er is links geen zuilengang met banken rond de zuilen, de preekstoel is groter en heeft andere ornamenten, en aan het hek van de dooptuin zit een andere, hogere koperen poort.

De kerk in Buiksloot werd bovendien tijdens de Watersnood van 1916 gebruikt voor de Openbare school die in de Buikslotermeer stond en onder water gelopen was. De kinderen kregen er dagelijks les. Allemaal in één ruimte. Ja, maar dat waren ze in de school ook gewend.

Bij de foto van de mensen buiten de kerk kloppen er op het eerste gezicht ook al enkele details niet. De kerk op de foto is veel te hoog en heeft veel meer steunberen dan die in Buiksloot, het schijntransept (de uitbouw aan de zijmuur) is er niet, er staan hoge bomen dicht tegen de gevel aan, de ramen hebben een andere onderverdeling. En er staat een straatlantaarn en er is een straatnaambordje (?) te zien. Het is ook vreemd dat de mensen – als het in Buiksloot geweest zou zijn – de spullen niet vanaf de straat maar vanaf het kerkhof aandragen. Ook deze foto is in 1916 in Broek in Waterland gemaakt.

Het Geheugen van Nederland kan zich net als iedereen vergissen

 




Kolven of golfen in Amsterdam-Noord?

De Schotten denken er anders over, maar kolven is echt veel ouder dan golfen. Het werd hier al in de Middeleeuwen beoefend. Kijk maar naar oude prenten en schilderijen. Op het ijs kon je kolven zonder verplichte consumpties.
In Buiksloot waren in de 18e en aan het begin van de 19e eeuw zeker zes kolfbanen in of bij herbergen. Langs de Waterlandse zeedijk : Het Hof van Holland (2), De Wijnberg (1), Het Rode Hart (1). Aan de Buikslotermeerdijk (nu de Oostelijke dijk van het Noord-Hollands kanaal): Meerlust (2). Niet ver van golfbaan Waterland Amsterdam.

Je speelde bij het kolven meestal om geld en er werd rond de baan flink gerookt en gedronken. De toeschouwers konden vaak langs de baan zitten. Er waren in Buiksloot ook enkele privé-kolfbanen in de pleziertuinen van rijke Amsterdammers of zeekapiteins langs de Waterlandse zeedijk. Daar konden ze het lawaai, de drukte en de stank van de stad even ontvluchten. (Zie: De Geschiedenis van de Buiksloterham, deel 1)

Het kolfspel
Je speelt met houten (of rubberen) ballen op een vlakke langwerpige baan met opstaande kanten (het rabat) waartegen de bal mag kaatsen. Je slaat met een houten stok met een ijzeren voet.

Bij de uiteinden staan palen (licht hellend naar het midden). Je mag per partijtje drie slagen doen: 1. de uitklap, 2. de opklap en 3. de puntenklap.

  1. Je slaat de bal vanaf de kant van de voorpaal en probeert de achterpaal aan de andere zijde te raken.
  2. Als dat lukt mag je de bal op een gunstige plek op de cirkel leggen. Lukt dat niet dan moet je bal slaan waar die ligt. Bij de uitklap sla je de bal kaatsend via de achterpaal terug richting voorpaal.
  3. Bij de puntenklap moet je de bal op dezelfde manier via de voorpaal in de richting van de puntenvakken bij de achterpaal slaan. De plek waar de bal blijft liggen bepaalt de score: maximaal 12 punten.

De ballen elkaar mogen raken en je kan met de ligging van de bal een ander kan hinderen in zijn slag. Het spel komt op behendigheid en tactiek aan. Hoe langer de baan is, hoe moeilijker het spel. Een wedstrijdje gaat altijd om vijf strepen: bij elke gewonnen partij gaat er een streepje af. Je krijgt geen punten als je de paal bij opklap of puntenklap hebt gemist of wanneer je over de bal heen slaat of met je kolf de paal raakt.

Zie ook: Kolfbond




SLOOP LAANWEG? Niet voor het eerst

De voorgenomen afbraak van de Laanweg-flats is nu volop in het nieuws.  Zestig jaar geleden zorgde de afbraak van de woningen aan de Laanweg minder ophef. Niets herinnerde toen nog aan de moderne straat die daar vanaf 1898 verrees.

De energieke Amsterdammers Louis G. Mohrmann en  Joannes L. Meester bouwden dichtbij de Willemsluizen langs de rand van de Buiksloterhampolder statige etagewoningen met voor- en achtertuinen die in tweeën konden worden bewoond. Met de elektriciteit die Mohrmann in zijn timmerfabriek opwekte konden de huizen ’s avonds verlicht worden en de straat had – eerder dan de stad – elektrische verlichting. Hun voortvarendheid was tegelijk hun valkuil. In 1901 werd de Woningwet van kracht. Nieuwe bouwplannen moesten aan veel strengere eisen voldoen. En als pioniers hadden ze er bij de bouw van de Laanweg geen rekening mee gehouden dat de gemeente de polder niet lang daarna voor volkswoningbouw en industrie zou ophogen. Hun woningen kwamen daardoor in een ‘kuil’ te liggen en hun kleine deel van de polder moest apart bemalen worden. Toen de straat vanaf begin jaren zestig definitief afgebroken werd, gold het protest vooral het grote verenigingsgebouw ‘De Kuil’ dat ook moest verdwijnen.

Veel meer over de vroegste geschiedenis van de oorspronkelijke Laanweg is te lezen in De Geschiedenis van de buiksloterham, deel 3http://www.buiksloot.com/?page_id=222